donderdag 17 november 2011

oude meesters (3)

In de rubriek 'oude meesters' wordt eens per maand een haiku van één van de Japanse haikumeesters onder de (mijn) loep genomen. Wat vind ik ervan, wat haal ik eruit, wat doet het met me? Reacties zijn van harte welkom!

Deze maand is dat een haiku van een leerling van Bashó: Nozawa Bonchó (1640-1714)*:
 


Metgezel van de
vliegende stormen, hoog in
de hemel, één maan.
   


Wie kent het niet: plotseling oog in oog staan met de maan, die zo onverwacht mooi is dat het is alsof je haar voor de allereerste keer ziet. Zelf vind ik de maan altijd wel bijzonder om naar te kijken (in J. van Tooren's 'Haiku. Een jonge maan' wordt het de "steeds veranderende onveranderlijkheid" genoemd. Kan dat het zijn misschien?), maar met name op die momenten dat de maan relatief dicht bij de aarde staat en dus voor het oog reusachtig groot is. Maar ook de kleuren vind ik bijzonder; de variaties die er zijn van koel en fel wit naar zacht oranjegeel.

Men beweert dat in de herfst de maan op haar mooist is. In Engelstalige haiku's zien we prachtige benamingen als 'harvest moon', en ook wel 'hunter's moon', ofwel oogstmaan en jachtmaan. Begrippen die we helaas in de Nederlandse taal ( en -haiku's) tegenwoordig eigenlijk nauwelijks tegenkomen.
De oogstmaan valt op of rond 23 september (tijdens de equinox - het tijdstip waarop de zon loodrecht boven de evenaar staat), en van het licht dat de maan gaf maakte men vroeger dankbaar gebruik om langer door te werken tijdens het binnenhalen van de oogst.
De jachtmaan valt tussen 12 oktober en 10 november, en volgt op de oogstmaan. Vroeger moest men zich serieus op de winter voorbereiden, en als de laatste oogsten waren binnengehaald was dit het moment dat de jacht werd geopend om de wintervoorraden aan te vullen.

Bonchó zet hier met zijn vliegende stormen en de maan een prachtige najaarshaiku neer. In deze Nederlandse vertaling is keurig voldaan aan de traditionele 5-7-5 vorm, echter halverwege de tweede regel lijkt een komma de eerste regel pas af te sluiten, waarna een volgende (en laatste) regel begint. Zou de haiku in deze moderne tijd geschreven zijn dan zou het geheel naar mijn idee als tweeregelige haiku niet misstaan.




* De hierbovengenoemde haiku van Nozawa Bonchō vond ik op pagina 229 van de bundel 'Haiku. Een jonge maan' van J. van Tooren. Uitgeverij Meulenhoff. ISBN 90 3290 2764 9. Meer (vooral in het Engels vertaalde) haiku's van Bonchō zijn online op diverse plekken te vinden, bijvoorbeeld op http://thegreenleaf.co.uk/hp/Boncho/00boncho.htm

2 opmerkingen:

  1. Een prachtige haiku, die ik nog niet kende, en je hebt er een bijzonder stukje over geschreven! Oogstmaan en jachtmaan, die begrippen kende ik ook nog niet.
    Afgelopen zomer hebben we een paar keer een nachtwandeling gemaakt in de polder bij volle maan: fascinerend.
    In twee regels zou de haiku nog mooier zijn, vind ik ook!
    groetjes, Ria

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Bedankt voor je reactie Ria. Het was ook leuk om me, naar aanleiding van de haiku, eens wat te verdiepen in die begrippen.

    groetjes, Marleen

    BeantwoordenVerwijderen